Surinaamse regeringsfunctionarissen zijn in gesprek met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) om de contouren van een tweede steunprogramma te bespreken. Dit volgt op de afloop van een eerdere overeenkomst ter waarde van 688 miljoen Amerikaanse dollar in maart, zo verklaarde minister van Financiën en Planning Stanley Raghoebarsing tijdens de voorjaarsvergaderingen van het IMF en de Wereldbank in Washington D.C. Dit meldt de Amerikaanse financiële website Bloomberg.

Volgens Raghoebarsing heeft de vorige IMF-deal bijgedragen aan beter bestuur, schuldvermindering en herstel van internationaal vertrouwen. Toch was dit niet voldoende om Suriname op een duurzaam groeipad te brengen. "We hebben een vervolgprogramma nodig dat flexibel en op maat gemaakt is en de steun van de bevolking kan winnen," aldus de minister. Hij benadrukte dat, ongeacht de uitkomst van de verkiezingen in mei, politici zich bewust moeten blijven van het belang van de samenwerking met het IMF.

De gesprekken komen op een moment dat Suriname op het punt staat een belangrijke energieproducent te worden. De eerste commerciële olieproductie wordt in 2028 verwacht en zou het land naar schatting 26 miljard dollar kunnen opleveren. Tot die tijd kijkt de markt aandachtig naar het economisch beleid van de nieuwe regering.

Volgens de laatste prognoses van het IMF zal de Surinaamse economie, momenteel ter waarde van 4,5 miljard dollar, in 2025 groeien met 3,2%, na een verwachte groei van 3% in 2024. Ondanks economische verbeteringen blijft het land kampen met uitdagingen, waaronder armoede, waarbij naar schatting 17,5% van de bevolking onder de armoedegrens leeft.

Onder het vorige programma heeft Suriname belangrijke hervormingen doorgevoerd, zoals schuldherstructurering, het verlagen van de schuldquote van 148% naar 88% van het bbp, het implementeren van restrictief monetair beleid, het herstructureren van staatsbedrijven en het versterken van antiwitwasmaatregelen. De opbrengsten uit toekomstige olievondsten zullen via een aangepast staatsinvesteringsfonds veiliggesteld worden voor toekomstige generaties.

De regering erkent dat de hervormingen zwaar hebben gewogen op de bevolking. Raghoebarsing benadrukte daarom dat een eventueel nieuw programma "soepeler" zal zijn en meer draagvlak onder de bevolking moet creëren om hervormingsmoeheid te voorkomen, aldus Bloomberg.