INGEZONDEN - De recente uitspraak in hoger beroep, waarbij De Nieuwe Leeuw (DNL) alsnog wordt uitgesloten van deelname aan de verkiezingen van ressortraadsleden in het district Nieuwe Grond, vormt een gevaarlijk precedent voor de rechtsstaat en democratische rechtsorde van Suriname.

Het Hof erkent dat DNL haar kandidatenlijst correct heeft ingediend, maar kiest er desalniettemin voor om deze gerechtigheid opzij te schuiven ten gunste van het zogenoemde "algemeen belang" van ordentelijke verkiezingen. In plaats van de democratie te beschermen, wordt zij zo ondermijnd.

De president stelde dat uitvoering van het eerdere vonnis in eerste aanleg tot maatschappelijke onrust, zelfs een noodtoestand, zou kunnen leiden, met economische en sociale ontwrichting als gevolg. Op basis van deze sterk overdreven beweringen oordeelde het Hof dat het belang van rust zwaarder weegt dan het recht van DNL op deelname. Maar deze redenering is onhoudbaar: in de hele verkiezingsgeschiedenis van Suriname is nimmer sprake geweest van chaos of geweld als gevolg van rechterlijke uitspraken. Campagnes verlopen tot nu toe ordelijk en zonder incidenten. Het Hof baseert zich dus op hypothetische scenario’s, niet op feiten.

De uitspraak is daarmee een klap in het gezicht van elke burger die gelooft in eerlijke verkiezingen. Het Hof ondermijnt haar eigen rechtsmacht door enerzijds het gelijk van DNL te erkennen, maar anderzijds te weigeren daar rechtsgevolgen aan te verbinden. Recht wordt zo gereduceerd tot een politieke overweging.

Wat deze kwestie nog verontrustender maakt, is het vermoeden dat de overwegingen van het Hof mede zijn beïnvloed door externe inmenging. Uit het vonnis blijkt dat bepaalde stellingen niet uit de processtukken of zitting afkomstig zijn, maar mogelijk van buitenaf – waaronder het kabinet van de president. Als dit klopt, dan is niet alleen sprake van onoorbare beïnvloeding, maar ook van schending van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Zelfs de schijn van politieke inmenging schaadt het vertrouwen in het rechtssysteem fundamenteel.

Het argument dat alle verkiezingsdocumenten uiterlijk 20 april afgerond moeten zijn, werd door het Hof overgenomen zonder te toetsen aan de realiteit. De directeur van Binnenlandse Zaken had eerder die dag zelf verklaard dat het drukken van de stembiljetten was opgeschort in afwachting van dit hoger beroep. De rechter had deze cruciale informatie moeten betrekken in haar afweging, in plaats van zich te laten leiden door vage dreigingen.

Wanneer een rechter willens en wetens besluit om een erkend onrecht in stand te laten, verliest de burger elk vertrouwen in de rechtsstaat. DNL werd in deze zaak niet veroordeeld – het vertrouwen van de burger in het systeem wel.

Het vonnis creëert bovendien een gevaarlijk precedent: een rechtmatige politieke partij wordt uitgesloten zonder inhoudelijke gronden, op basis van suggesties, hypothetische dreigingen en politieke opportuniteit. Dit schaadt niet alleen DNL, maar ook de gelijkheid van kansen in het verkiezingsproces. Het beschermt gevestigde machten ten koste van nieuwe of kritische stemmen.

DNL roept dan ook op tot herstel van recht en orde. Indien nodig moet de verkiezingsdatum verschuiven, zodat alle rechtmatig ingediende kandidatenlijsten alsnog kunnen deelnemen. Dit is geen partijbelang – dit is een fundamentele kwestie van democratische legitimiteit.

De samenleving moet waakzaam zijn. Als het recht niet langer boven de macht staat, verliest de democratie haar kern. Het volk moet weten: dit gaat niet alleen over DNL. Dit gaat over het fundament van onze samenleving.

Ir. Dharmvir K. Mungra
Voorzitter van De Nieuwe Leeuw (DNL)