Tijdens een plechtige ceremonie in Paramaribo is Gregory Rusland vandaag officieel ingezworen als vicepresident van de Republiek Suriname. In zijn inauguratietoespraak sprak hij met grote nederigheid over de taak die hij op zich neemt en riep hij op tot eenheid, transparantie en dienstbaarheid. “Ik sta hier met een oprecht gevoel van verantwoordelijkheid,” begon Rusland. Hij dankte de Almachtige, zijn familie en het volk van Suriname voor hun steun en vertrouwen, en prees het doorzettingsvermogen van de Surinamers ondanks de vele uitdagingen waar het land voor staat.

Dienstbaarheid als kern van leiderschap

Rusland benadrukte dat het ambt van vicepresident niet om prestige draait, maar om dienstbaarheid aan het land. “Het vereist toewijding, visie, integriteit en bovenal: dienstbaarheid,” stelde hij. Hij beloofde zijn rol met eer en discipline te vervullen, zonder onderscheid naar etniciteit, religie of politieke voorkeur.

Focus op goed bestuur en instituties

De vicepresident sprak over de noodzaak van goed bestuur, transparantie en institutionele versterking. Hij wees op de enorme potentie van Surinames natuurlijke hulpbronnen, maar benadrukte dat de kracht van het land in zijn mensen ligt. “Ik zal mij inzetten als bruggenbouwer binnen de coalitie, tussen regering en samenleving, en tussen heden en toekomst,” zei Rusland, verwijzend naar zijn ervaring als wetenschapper, ondernemer, docent, minister en parlementariër.

Gelijkheid en inclusieve ontwikkeling

Een belangrijk deel van zijn toespraak was gewijd aan sociale rechtvaardigheid en inclusieve groei. Rusland schetste een toekomst waarin onderwijs, gezondheidszorg en veiligheid vanzelfsprekende rechten zijn voor alle burgers, en waarin jongeren weer durven te dromen.

Hij riep op tot samenwerking en benadrukte dat de komende jaren in het teken moeten staan van hard werken, eerlijk beleid en het voorkomen van verspilling en verdeeldheid.

“Ik ben van het volk”

Rusland sloot zijn toespraak af met een krachtige boodschap: “Ik ben niet boven het volk, ik ben van het volk.” Hij beloofde trouw aan de grondwet, het parlement en de burgers die op hem rekenen.

Met een beroep op goddelijke leiding en nationale eenheid sprak hij de hoop uit dat Suriname in vrede en waardigheid verder mag groeien.