De Franse olie- en gasgigant TotalEnergies heeft 2024 afgesloten met een aangepast netto-inkomen van US$ 18,3 miljard en een cashflow van US$ 29,9 miljard, ondanks uitdagende marktomstandigheden door dalende raffinagemarges.

Sterke prestaties en investeringen
CEO Patrick Pouyanné benadrukte dat TotalEnergies in het vierde kwartaal profiteerde van sterke resultaten in Integrated LNG en Integrated Power, met een aangepast netto-inkomen van US$ 4,4 miljard, een stijging van 8% ten opzichte van het vorige kwartaal. De cashflow uit operationele activiteiten steeg met 5% naar US$ 7,2 miljard.

In totaal investeerde het bedrijf US$ 17,8 miljard in 2024, waarvan: een derde naar nieuwe olie- en gasprojecten; US$ 4,8 miljard naar koolstofarme energie; US$ 3,9 miljard naar geïntegreerde energie. Daarnaast werd US$ 8 miljard gespendeerd aan aandeleninkoop, met uitbetalingen van 50% van de kasstroom. De financiële stabiliteit van het bedrijf werd bevestigd door een gearing van minder dan 10%.

Projecten en productie
TotalEnergies produceerde 2,43 miljoen vaten olie-equivalent per dag (mboe/d) in Q4. Voor heel 2024 leverde het exploratie- en productiesegment US$ 10 miljard aan netto-exploitatie-inkomsten en US$ 17 miljard aan kasstroom. Belangrijke projecten waren onder meer Mero-2 en Mero-3 in Brazilië, Anchor in de VS, Fenix in Argentinië en Tyra in Denemarken. Deze projecten dragen naar verwachting bij aan een productiegroei van meer dan 3% in 2025.

Uitbreiding in Suriname
Een van de meest opvallende ontwikkelingen was de goedkeuring van het Gran Morgu-project in Suriname, het eerste offshoreproject voor het land. Het veld bevat naar schatting 750 miljoen vaten olie. SBM Offshore bouwt een drijvend productie-, opslag- en losschip (FPSO), dat tot 220.000 vaten per dag zal produceren uit ongeveer 30 putten. De eerste olie wordt verwacht in 2028.

Met een vervangingsratio van 157% van de reserves en een bewezen levensduur van meer dan 12 jaar toont TotalEnergies zich klaar om duurzame groei te realiseren en zijn positie in de wereldwijde energiemarkt verder te versterken.