main-logo

SURINAME U-NEWS

menuLogo

Voor welke richting gaat Suriname kiezen?

By opinie | Trending Posts

Published on: Friday 22 May 2020 12:03 PM

SHARE
Voor welke richting gaat Suriname kiezen?
Ruben Ravenberg

De Republiek Suriname wordt op 25 november 46 jaar. Het land is 5 jaar bestuurd door de NPK 2 onder leiding van de NPS. Vanaf 1980 tot en met 2020 hebben de militairen/NDP het land 23 jaar bestuurd (1980- 1988, 1990 – 1991, 1996 – 2000 en 2010 – 2020). Het Front en Front-Plus hebben de staatsmacht 18 jaar in handen gehad. De militairen/NDP hebben de economie steeds laten ontsporen en hierdoor de welvaart van een heel groot deel van de bevolking sterk laten dalen. De historie vanaf 1975 tot en met 2020 gaan we hieronder in een nutshell de revue laten passeren. We kijken daarna naar de richting die wij eventueel zouden kunnen opgaan na de verkiezingen op 25 mei 2020. We staan momenteel op een zeer cruciaal punt om straks te beslissen over de economische ontwikkeling van ons land en dus onze welvaart. Maar eerst een vergelijking tussen de ontwikkeling van de welvaart in Suriname en Aruba. We nemen hiervoor het bbp per capita in US – dollar als maatstaf.

 

Suriname vs. Aruba

·         Suriname maakte tot 1975, samen met Nederland en de Nederlandse Antillen, deel uit van het Koninkrijk der Nederland. Suriname is vanaf 1975 tot en met 2020 nauwelijks vooruitgegaan. De jaren 80 en 90 van de vorige eeuw waren twee verloren decennia voor Suriname.

·         De levenstandaard van Aruba is altijd hoger geweest dan die van Suriname. Bij de onafhankelijkheid in 1975 was Suriname echter bezig met een flinke inhaalslag. Het per capita BBP van Suriname steeg in 1975 van 42% van die van Aruba naar 54,8% in 1980. Geweldige prestatie. Sedertdien zou het gigantisch mis gaan met de welvaartsontwikkeling van Suriname. We kregen een generatie Surinamers die armoede normaal vinden en een generatie politici die het ook normaal vinden om middels hun economisch beleid duizenden in armoede te dompelen.   

 

Country (US$)

1975

1980

1988

1991

1992

1996

2000

2010

2018

Suriname

1775

3029

4090

1933

1949

2350

2456

8256

6004

Aruba

4224

5528

10925

15100

15716

17380

21608

24608

30262

BBP per capita Suriname in % van Aruba

42

54,8

37,4

12,8

12,4

13,5

11,4

33,5

19,8

 

·         Toen de militairen middels een coup in 1980 overnamen, was het bbp per capita van Suriname 54,8% van dat van Aruba. In 1988 toen de militairen weggingen is het gedropt naar 37,4%. Toen de regering Shankar vertrok na de Telefooncoup in 1990 en de militairen weer overnamen, is het bbp per capita van Suriname verder gedropt naar 12,8%.

·         De eerste regering Venetiaan nam een sterk verarmd en gebroken land over in 1992. Het BBP per capita bedroeg slechts 12,4% van dat van Aruba. Toen Nieuw Front wegging in 1996 en Bosje overnam, was er een lichte stijging waar te nemen 13,5%. Na het vertrek van Bosje in 2000 is het gedropt naar 11,4%.

·         Toen Venetiaan in 2010 wegging en Bouterse overnam, heeft Suriname grote vooruitgang geboekt. Het BBP per capita van Suriname steeg flink en bedroeg in dat jaar 33,5% van het per capita BBP van Aruba.

·         In 2018 is het flink gedropt naar 19,8% van het per capita BBP van Aruba. Aruba heeft structureel haar levenstandaard weten te verhogen en is Suriname in de afgelopen 44 jaar nauwelijks in staat geweest dat te doen voor haar bevolking.

 

Waaraan heeft het dat gelegen?

·         Aruba heeft geen overvloed aan natuurlijke hulpbronnen zoals Suriname. Het kan dan alleen hebben gelegen aan relatief goed politiek bestuur en particulier ondernemerschap. Verder heeft Aruba nimmer een macro-economisch beleid gevoerd om haar bevolking te verarmen. Evenwichtig macro-economisch beleid is een van de belangrijkste voorwaarde voor duurzame armoedebestrijding en welvaartsverhoging en dus niet de verstrekking van voedselpakketten. 

 

Zouden alle Surinamers dit een keer kunnen begrijpen??

·         Aruba heeft in de afgelopen 50 jaar een vaste wisselkoersverhouding met de US-dollar weten te handhaven (nog steeds Afl 1.80 voor 1 US-dollar). Suriname is gegaan van een wisselkoersverhouding van Sf 1,80 voor 1 US-dollar in 1975 naar Sf 7520 voor 1 US-dollar in 2020 (op de parallelmarkt is het momenteel Sf 20000 voor 1 US –dollar).

·         In Suriname vinden sommige politieke bestuurders het normaal dat de bevolking een lage levenstandaard heeft. Een arme overwegend laaggeschoolde bevolking stelt geen hoge eisen aan de politiek. Met voedselpakketten kan een massa nog net op de rand van het bestaansminimum worden gehouden.

 

Nog iets over Aruba

Aruba verwierf in 1986 de Status Aparte. Dit houdt in dat Aruba in het Koninkrijk der Nederlanden voortaan verder zou gaan als een autonoom rijksdeel en geen deel meer zou uitmaken van de Nederlandse Antillen. Voordat de Status Aparte een feit werd, kreeg Aruba te maken met een voor grote uitdagingen. In 1984 maakte Exxon bekend dat de Lago raffinaderij per 1 april 1985 de deuren zou sluiten. De Arubanen raakten natuurlijk in paniek. De Lago raffinaderij was de pijler van de Arubaanse welvaart. Na de overheid, was Lago immers de grootste en meest gewilde werkgever. Het toerisme was wel belangrijk maar had niet de rol die het nu heeft.

In 1985 was de sluiting een feit. Het gevolg daarvan was een krimpt van de economie met 25 procent, een grote terugval van de overheidsinkomsten van Aruba met 40 procent en een grote werkloosheid (ongeveer 30% van de bevolking kwam zonder werk en inkomen te zitten). Nederland kwam in met een begrotingssteun ten bedrage van Nf 100 miljoen voor de periode 1985 -1987.

 

Wat heeft de Arubaanse regering gedaan?

Volgens bronnen droeg de Nederlandse begrotingssteun voor slechts 30% bij aan het wegwerken van het enorme gat in de begroting van Aruba. De rest (70%) kwam van inkomenskorting en lastenverzwaring op de schouders van de bevolking. Door de belastingverhogingen op alle fronten en afroming van alle inkomens met een 8,2% solidariteitsbelasting, leverde bijna iedereen op Aruba 30% aan koopkracht in.  Inkomens tot Afl. 600 per maand werden ontzien. Ondanks de inlevering van inkomen en de zware druk van de solidariteitsbelasting, heeft de doorsnee Arubaan de koopkrachtvermindering geaccepteerd. Er was voor de Arubaan geen ander alternatief. Massale emigratie bleef evenwel uit. Door offers van de bevolking, was in 1988 begrotingsevenwicht bereikt, de werkloosheid liep terug en de deviezenpositie was weer gezond.

Met volle overgave en veel energie ging Aruba aan het werk om de toerismesector versneld te ontwikkelen. Hierbij hebben de lokale- en buitenlandse private sector een rol gespeeld in de opzet van toerisme accommodaties. Mede door financieringsgaranties van de overheid was de belangstelling onder nieuwe projectontwikkelaars groot. In de rest van de jaren 80 en de jaren 90 kwam de Arubaanse economie tot grote bloei en noteerde spectaculaire groeicijfers. Het BBP per capita steeg van US$ 16709 in 1986 naar US$ 30978 in 2000. In 1980 was het per capita inkomen van Aruba 161% van dat van Suriname, in 1986 was dat 250% en is in 2018 verder gestegen naar 353%.

 

De economische ontwikkeling van Suriname in vogelvlucht: 1975 – 2020

 

De periode 1975 – 1980

·         De wisselkoersverhouding met de US-dollar was Sf 1.80 voor US-dollar 1. De gelddekking boven de 100%. De importdekking boven de norm van 3 maanden. De economie dreef op de bauxietsector en Nederlandse ontwikkelingshulp. Geen monetaire financiering van overheidstekorten. Bestuurders hadden veel eerbied en respect voor de wet. Wel veel ontevredenheid met het bestuur van het land. Gevallen van corruptie zijn bekend.

 

De periode 1980 – 1988

·         Nederlandse ontwikkelingshulp wordt ook verstrekt aan militaire regering. Nf 500 miljoen wordt gecommitteerd aan de militairen. Het hoogste bedrag aan ontwikkelingshulp tussen 1948 en 1982 is verstrekt in 1982. De stopzetting van de Nederlandse ontwikkelingshulp in 1983, na de decembermoorden in 1982, en de teruggang in de bauxietsector leidt tot financiële problemen. Een gang naar het IMF wordt door de militairen afgebroken in 1983 door staking van de bauxietarbeiders. Het economisch probleem wordt niet opgelost.

·         In 1983 is begonnen de met structurele monetaire financiering van overheidstekorten. Hiermee werd begonnen met de ontwaarding van de Surinaamse gulden. Door de deviezenschaarste begon een parallelmarkt op te duiken in 1983. In 1984 was de deviezenreserve van Suriname op. Voortaan zou worden gekozen voor de rantsoenering van deviezen. In de loop van de jaren 80 ontstond een enorme schaarste aan haast alle goederen in het land. De gelddekking bedroeg 1% in 1988 (was 115% in 1981). Duizenden Surinamers verlaten het land en gaan voornamelijk richting Nederland.

 

De periode 1988 – 1990

·         De regering onder leiding van Shankar was nauwelijks in staat om de economie te stabiliseren en te herstellen. Nederland kwam niet makkelijk over de brug met ontwikkelingshulp. Stelde voorwaarden. Gaf wel overbruggingshulp.  Kleine opbouw monetaire reserve (US$ 37 miljoen in 1990). De burgeroorlog was nog gaande.

 

De periode 1990 – 1991

·         Militairen plegen een telefooncoup. Burgers werden aangesteld om een regering te leiden. Een ware economische ravage wordt aangericht. Monetaire reserve dropte naar –US$ 37 miljoen (voorbij de bodem van de pot).

 

De periode 1992 – 1996

·         Regering Venetiaan nam een totaal ontwrichte en verwoeste economie over en een sterk verarmde bevolking. Het land was bankroet. Geen deviezenreserve meer. Venetiaan moest bovendien eerst zorgen voor vrede en het oplossen van het machtsvraagstuk met de militairen. Hierna kon begonnen worden met de stabilisatie en herstel van de economie.

·         De integere Andre Telting werd benoemd tot president van de Centrale Bank van Suriname. Een economisch herstelprogramma werd opgesteld. Nederland stelde voorwaarden aan de financiering van het programma: financiering moest lopen via het IMF en de Wereldbank. Venetiaan weigerde te gaan naar het IMF. Toch grote durf van regering Venetiaan om enkele maatregelen door te voeren op basis van de zogenaamde “nuloptie”: dus op eigenkracht. De bevolking heeft grote offers moeten opbrengen in termen van een sterke achteruitgang in koopkracht vanwege de enorme stijging van de wisselkoers en inflatie. Eind 1995 en begin 1996 was stabilisatie bereikt. De monetaire reserve was weer opgebouwd. De gelddekking boven de 100%. Het vertrouwen in de Surinaamse gulden was enigszins hersteld.

 

De periode 1996 – 2000

·         Regering Bosje richt richtte een ware macro-economische ravage aan. De monetaire reserve raakte op. De gelddekking daalde van 127% in 1996 naar slechts 12% in 2000. De wisselkoers groeide explosief. Grote monetaire financiering van overheidstekorten. Sterke daling van het vertrouwen in de Surinaamse gulden. Grote staking van vakbonden en andere maatschappelijke groepen. In 2000 was Suriname weer bankroet. Er was sprake van een chaotische situatie op het gebied van de staatschuld. Niemand wist hoe groot de staatsschuld was.

 

De periode 2000 - 2010

·         Ronald Venetiaan nam weer een bankroete en macro-economisch verwoest land over. De integere Andre Telting wordt weer benoemd tot president van de Centrale Bank. De wisselkoers wordt aangepast. Enkele belastingen worden verhoogd. Een “Commissie inventarisatie staatsschuld” wordt ingesteld om de omvang van de staatsschuld en de crediteuren in beeld te brengen. De Wet op de Staatsschuld wordt in 2002 aangenomen en Het Bureau Staatsschuld wordt opgericht.

·         Nederland schiet Suriname te hulp middels een garantiestelling op basis van haar triple-A rating. Suriname leent geld en bouwt zo haar monetaire reserve weer op.

·         Deze periode wordt gekenmerkt door stabiliteit en is de langste periode van economische groei in de geschiedenis van Suriname. De bauxietsector doet het goed. Bovendien komt een groot goudbedrijf in 2003 erbij. Er is bewezen dat stabiliteit en economische groei belangrijke voorwaarden voor duurzame armoedebestrijding en welvaartsverhoging. Veel Surinamers konden zich weer heel wat goederen permitteren. Niet iedereen deelde in de vruchten van de economische groei. Een Grootste oppositie partij beloofde bij verkiezing in 2010 verbetering middels een zogenaamd “sociaal contract”.

·         Van een bankroet land in 2000, liet Venetiaan een heel kredietwaardig land achter in 2010. De monetaire reserve steeg van US$ 14,8 miljoen in 2000 naar meer dan US$ 690 miljoen in 2010. De Surinaamse munteenheid (nu SRD) was voor meer dan 100% gedekt. Mensen konden hun leven weer plannen.

 

De periode 2010 – 2020

·         Bij de verkiezing van 2010 verloor het Nieuw Front. Doorslaggevend voor de verkiezingswinst was het zogenaamde “sociaal contract” waarbij de oppositie lotsverbetering aan de bevolking beloofde. 

·         Gezien de discutabele reputatie van de toen grootste oppositiepartij op het gebied van macro-economische beleidsvoering, moest een centralebankpresident worden gevonden die financieel-economische geloofwaardigheid kon garanderen. Die vond men in de persoon van een econoom die bij het IMF werkte en van Surinaamse origine is. Wat zou nog fout kunnen gaan? Hij werd binnengehaald met een salaris van SRD 80.000 per maand. Andre Telting moest het doen met SRD 25000 – 30000 per maand.

·         De wisselkoers was vanaf 2009 onstuimig en reflecteerde niet langer de werkelijkheid. De nieuwe regering paste de wisselkoers aan: het ging van SRD 2.80 voor 1 US-dollar naar SRD 3.35 voor 1 US – dollar. De bevolking kon met die aanpassing leven. De regering heeft verder een FISO-2 pakket uitgevoerd. Het IMF en Andre Telting hadden gewaarschuwd om dit, evenals FISO -1, niet te doen. De AOV en AKB werden verhoogd.

·         Onder de nieuwe regering steeg de monetaire reserve naar US$ 1 miljard in 2012. Suriname heeft sedert haar bestaan nooit eerder zoveel geld gehad bij de Centrale Bank.  Geld dat bovendien door eigen economische inspanning was verdiend. De olie-, bauxiet- en goudsector deden het goed. Wat kon nog fout gaan?

·         En toch begon het fout te gaan in 2013. De grootste regeringspartij kon haar reputatie van slecht economisch bestuur uit het verleden niet van zich afschudden. In het eerste kwartaal van 2013 had de regering een groot tekort. De minister van Financiën greep in via bezuinigen. Aan het einde van het tweede kwartaal van 2013 had zij de begroting bijna in evenwicht. De bezuiniging viel niet in goede aarde bij de president en werd de minister de laan uitgestuurd. De nieuwe minister begon meer uit te geven dan de overheid binnen kreeg en voldeed hiermee aan de geldhonger van de politiek. Toch niets uit het verleden geleerd. Hij bleef structureel de geldhonger van de politiek stillen. Een beleid dat zich op termijn zou wreken: de geest kon niet makkelijk meer in de fles.

·         De verkiezingen stonden voor de deur. Economische problemen waren zichtbaar aan het firmament. Vanaf 2013 werd de monetaire reserve structureel aangesproken. Deze daalde van US$ 1008 miljard in 2012 naar US$ 330 miljoen in 2015. De olieprijs kelderde in 2014 en kreeg de overheid minder aan belastingen binnen. Ook minder deviezeninkomsten voor Suriname. De regering koos voor machtsbehoud dan voor de economie c.q. de samenleving. In 2015 volgde een massieve monetaire financiering (SRD 1.8 miljard). Dit record is intussen verbroken of verbeterd.

·         De wisselkoers op de vrije valutamarkt begon onstuimig te worden. De valuta-interventies waren niet genoeg om die onstuimigheid te kalmeren. De daling van de monetaire reserve bleef doorgaan tot februari 2016. Suriname stevende af op een faillissement. Hulp werd gezocht bij het IMF. Het wordt de tweede keer dat Suriname naar het IMF gaat. De bevolking werd voorgehouden dat het IMF een heel andere IMF was geworden. Een IMF met een menselijk gezicht. Er werd een programma overeengekomen met het IMF. Na de ondertekening werd de bevolking door de president van het land gefeliciteerd. Iets dat ongewoon is in de wereld. Suriname schreef hiermee historie.

·         Een jaar daarna vertelde dezelfde president de samenleving dat het IMF koel en berekenend is en dat de samenwerking zou worden herbekeken. De samenwerking werd gestopt en Suriname. De economische problemen waarvoor de regering naar het IMF was gegaan, zijn nimmer opgelost. Gekozen werd voor een alternatief beleid: de wereld afkammen opzoek naar leningen die ‘bogo bogo’ werden binnengehaald. Ook veel leningen lokaal. Een nieuw probleem was aan het ontstaan: lenen zonder te weten hoe je het later gaat terugbetalen.

·         De Centrale Bankpresident werd begin 2019 vervangen door een andere. Weer aanvang gemaakt met monetaire financiering. Nederland heeft in 2018 een geldzending van Suriname aangehouden en tot heden niet vrijgegeven. Er ontstond een schaarste aan dollarbiljetten. Tegoeden van de commerciële banken bij de Centrale bank worden opgemaakt.

·         Internationale ratingbureaus geven Suriname een slechte rating: het land kan moeilijk voldoen aan haar buitenlandse schuldverplichtingen. De deviezenreserve bij de Centrale Bank is flink opgedroogd. De wisselkoers is weer heel onstuimig (momenteel SRD 20 voor 1 US-dollar). De schuld wordt geschoven in de schoenen van de cambio’s. De schuldpositie van de overheid heeft een onhoudbaar niveau bereikt. Tekorten van de overheid worden monetair gefinancierd.

 

De verwachtingen na de verkiezingen 2020

Na de verkiezingen kunnen wij twee richtingen opgaan. De ene richting heeft te maken met een verkiezingswinst van de huidige grootste coalitiepartij en de andere richting met een verkiezingswinst van de huidige oppositie- en andere partijen.

 

De richting bij een verkiezingswinst van de huidige coalitie

Het beleid van de huidige coalitie vertoont vele gelijkenissen met het beleid van Chavez/Maduro. De huidige coalitie past bovendien dezelfde verkiezingsstrategie toe als tijdens de presidentsverkiezing in Venezuela in 2014. De sterk verarmende bevolking werd toen overspoeld met voedselpakketten en het doen geloven dat het goed gaat het met land. De verwachting ten aanzien van de huidige coalitie bij een verkiezingswinst is hierop gebaseerd. ‘By the way’ Suriname vertoeft al enige tijd in het huis van Venezuela. Evenals Venezuela, heeft de grootste partij in de huidige coalitie geen reputatie van het oplossen van (macro-) economische problemen, maar wel van het creëren. Populistische regeringen lossen geen economische problemen op.

 

De richting bij verkiezingswinst huidige coalitie

·         Het macro-economisch probleem dat gekenmerkt wordt door onstuimige wisselkoersontwikkeling, grote tekorten van de overheid, hoge schuldenlast, monetaire financiering van tekorten, geldontwaarding, niet zal worden opgelost.

·         Volgens Bouterse is de FED-kwestie geen probleem. Het wordt passen en meten totdat de offshore olie boven de grond komt in misschien 2025. Daarmee heeft hij enorm veel gezegd. Door de offshore olievondst weet volgens hem de wereld waar Suriname te vinden is. Weet de wereld niet waar Venezuela te vinden is, met de grootste oliereserve ter wereld? Waarom gaan ze niet naar Venezuela als honingbijen? Al weet de wereld waar Suriname te vinden is, ze zullen niet als Sinterklaas binnen komen. Ze zullen binnenkomen waarbij iets tegenover iets moet staan. China heeft Venezuela US$ 60 miljard geleend met als onderpand de olieproductie van Venezuela. Waarvoor het is geld gebruikt? De massa van het Venezolaanse volk armer geworden dan voordat Chavez/Maduro op het politiek toneel verschenen.

·         De reputatie van Suriname op de internationale kapitaalmarkt heeft enorme schade opgelopen. Hierdoor is die markt voorlopig dichtgeslibd voor Suriname en wordt lenen dus moeilijk voor de regering. Althans, lenen bij bonafide investeerders. Door olievondst zal niet de wereld, maar Suriname de weg naar China of Rusland vinden. Verwacht wordt dat het aandeel van Staatsolie in Blok 58 en misschien andere nog te ontdekken blokken zal worden verpand of deels verkocht aan Chinezen of Russen voor honderden miljoenen. De huidige minister van Financiën zal dan zeker een grote rol spelen bij de verpanding.

·         Er wordt doorgegaan met monetaire financiering. De recente verhogingen van AOV, AKB etc. Kunnen alleen door monetaire financiering worden gedekt. De verhoging zal later toch door geldontwaarding worden achterhaald.

·         Doordat de deviezenreserve Centrale Bank is opgedroogd en er bovendien monetair wordt gefinancierd, zal de wisselkoers naar ongekende hoogte stijgen. Op de parallelmarkt vraagt men nu al SRD 20 voor US$ 1. Het is niet uitgesloten dat de koers ver boven de SRD 20 stijgt. Dit is namelijk het pad van Venezuela. Hyperinflatie is dus niet uitgesloten. De cambio’s krijgen de schuld.

·         Door de enorme verpaupering stijgt de criminaliteit naar ongekende hoogte. De leefbaarheid van het land neemt hierdoor sterk af. Vluchten naar Nederland, Amerika en de Antillen zoals in de jaren 80 en 90 zal niet meer massaal kunnen.

·         Er wordt een onderdrukkingsapparaat in het leven geroepen om opkomende protesten de kop in te drukken. Burgers zullen worden ingezet om het onderdrukkingsproces, zoals in de jaren 80, te ondersteunen.

·         De verspilling gaat door: zo zal de Ambassade in Frankrijk, die Suriname niets heeft opgeleverd, gehandhaafd blijven. Nederland die iets voor Surinamers kan betekenen, krijgt geen ambassadeur. Door de verdere toename van de verpaupering, zullen familieleden in Nederland en andere landen vaker geld en pakketten moeten sturen.

 

De richting bij verkiezingswinst van de oppositie:

·         Alle oppositie- en andere partijen hebben aangegeven dat zij zullen gaan voor stabilisatie en herstel van de economie. Hiervoor zullen zij impopulaire maatregelen moeten treffen om Suriname weer uit het huis van Venezuela te halen. De catastrofe moet worden gestopt. Stabilisatie en herstel beginnen echter bij eerlijk en goed leiderschap dat dwars door etniciteit zal moeten werken.

·         Een opvangnet is opgezet om kwetsbare groepen op te vangen.

·         Internationale financiële hulp en expertise zal worden ingeroepen. De historie heeft laten zien dat Nederland altijd een rol heeft gespeeld bij de stabilisatie en herstel van de Surinaamse economie.  Er is echter geen Nederlandse ontwikkelingshulp meer zoals bij de voorgaande stabilisatieprogramma’s.

·         De monetaire reserve wordt weer opgebouwd. De internationale kredietwaardigheid wordt hersteld. Het vertrouwen in de Centrale Bank en in de politiek komt terug. Het vertrouwen in de SRD is hersteld en de gelddekking is weer hoog. 

·         Staatsolie wordt met rust gelaten om haar werk te doen.

·         Protesten zullen de kop opsteken, maar na 12 - 18 maanden kan stabilisatie worden bereikt. Een nieuwe regering zal continue in dialoog moeten treden met maatschappelijke groepen en de bevolking continue voorlichten.

·         Er zullen gesprekken met buitenlandse instanties om US-dollar bankbiljetten te verzenden naar Suriname.

·         De regering zal niet de fout maken als bij Venetiaan en zal de bevolking laten delen in de vruchten van economische groei.

 

Slot

De bevolking van Aruba heeft consequent gekozen voor voorspoed. Er zijn momenten waarbij de bevolking van Suriname heeft gekozen voor economische verbetering en andere momenten weer voor economische ontwrichting. Momenteel bevinden wij ons in een situatie waarbij de economie is ontwricht. Gaan wij kiezen voor herstel of gaan wij op het huidig pad door? Ervaring heeft geleerd dat een volk kan kiezen voor zelfvernietiging. Vraag het maar aan Venezuela en Zimbabwe. De schuld wordt dan geschoven in de schoenen van het buitenland of van de binnenlandse oppositie die met het buitenland samenzweert tegen de regering.

 

Ruben Ravenberg, Ph.D, MBA

[email protected]

GERELATEERD NIEUWS

Geneesmiddelen ter waarde van US$ 1,3 miljoen aangekomen

Geneesmiddelen ter waarde van US$ 1,3 miljoen aangekomen

Om de druk op de beschikbare valuta te ontlasten, is de regering in de...

Friday 22 May 2020, 12:22 PM| Trending Posts

Vader leukemiepatient: “Hij kan genezen worden”

Vader leukemiepatient: “Hij kan genezen worden”

De 4-jarige Givani Tjappa is al onder behandeling van medici in Nederl...

Friday 22 May 2020, 12:21 PM| Trending Posts

Lijst van tekorten binnen AZP

Lijst van tekorten binnen AZP

De patiëntenzorg in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP) is zeer...

Friday 22 May 2020, 01:54 PM| Trending Posts

NLS-directeur: “Nog geen vergunning gezien”

NLS-directeur: “Nog geen vergunning gezien”

“Ik heb nog geen vergunning gezien. Ze beweren dat ze al vergunning he...

Friday 22 May 2020, 02:24 PM| Trending Posts

Karta-Bink: “Loterij houden op verkiezingsdag is verboden”

Karta-Bink: “Loterij houden op verkiezingsdag is verboden”

Ingrid Karta-Bink is heel erg boos. “Ik ben zo boos vandaag, nadat ik ...

Friday 22 May 2020, 03:03 PM| Trending Posts